Cholesterol: wat is het en hoe ga je er mee om?

Hart- en vaten
Cholesterol

Cholesterol associëren we meestal met ‘hoog’ en ‘slecht’, maar ‘goede’ cholesterol hebben we juist nodig. Het lichaam maakt het meeste zelf aan, voornamelijk in de lever en de darmen.

Cholesterol is een vetachtige stof; een bouwstof voor celmembranen, hormonen, vitamine D en galzuren. Een klein gedeelte nemen we rechtstreeks op uit onze voeding. Voor een gezond cholesterolgehalte is goede voeding dus onontbeerlijk. Vaak wordt het totale cholesterolgehalte gebruikt als indicatie voor een verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen. Een overmaat aan LDL-cholesterol is echter een nauwkeuriger indicatie om alarm te slaan.

Goed en slecht cholesterol

Omdat cholesterol en vetten niet oplosbaar zijn in water, worden deze stoffen in het bloed vervoerd door middel van een transporteur, een vet-eiwitverbinding. De transporteurs omgeven de kleine bolletjes cholesterol met laagjes eiwit. De twee belangrijkste eiwit-cholesterolverbindingen zijn LDL en HDL. LDL-cholesterol zorgt voor het transport van cholesterol van de lever naar de lichaamscellen, om daar onder andere herstellingen uit te voeren aan de celwanden, en ook naar de bloedvatwanden. Een teveel aan LDL-cholesterol blijft rondcirkelen in het bloed, zet zich vast op de vaatwanden en kan zo een vernauwing veroorzaken. LDL-cholesterol wordt daarom ook wel slechte cholesterol genoemd. De cholesterol die van de cellen terug naar de lever wordt getransporteerd, heet HDL-cholesterol. HDL heeft het vermogen neergeslagen cholesterol in de aderen op te lossen. De lever zorgt ervoor dat de cholesterol in de darmen komt en vervolgens via de ontlasting wordt afgescheiden. HDL-cholesterol wordt daarom ook wel goede cholesterol genoemd.

De cholesterolwaarden in het bloed

Bloedcholesterolgehalte in millimol per liter (mmol/l).mmol/l
Lager dan 5,0 Normaal
5,0 – 6,4 Licht verhoogd
6,5 – 7,9 Verhoogd
Hoger dan 8,0 Sterk verhoogd

Tegenwoordig wordt bij een cholesterolonderzoek de totale cholesterolwaarde in het bloed gemeten. Bij een waarde hoger dan 5 is er sprake van een verhoogd cholesterolgehalte. In de toekomst zullen artsen vaker het HDL-cholesterol meten. Daarmee kan men de verhouding van het totale cholesterolgehalte ten opzichte van het gunstige HDL-cholesterolgehalte berekenen. Dat is een betere indicatie voor de kans op een hart- of vaatziekte. Het cholesterolgehalte zal ook meer en meer worden beoordeeld in samenhang met andere risicofactoren. Roken, suikerziekte en een hoge bloeddruk zijn zulke risicofactoren. Of hart- en vaatziekten voorkomen in de familie speelt ook een rol.

Gevolgen van een te hoog cholesterolgehalte

De meest voorkomende aandoeningen zijn bloedsomloopstoornissen. Ze ontstaan door beschadigingen aan de vaatwand, het dicht slibben van slagaders en stolsels. Bloedsomloopstoornissen kunnen leiden tot afsterven van weefsels in hersenen en hart. Een hartinfarct, een beroerte of een andere vaatziekte kunnen het gevolg zijn.

Gunstig effect op het cholesterolgehalte heeft;

  • een dieet met niet te veel koolhydraten
  • een dieet rijk aan (meervoudig) onverzadigde vetten
  • een dieet rijk aan oplosbare vezels
  • voldoende beweging

Cholesterol verhogende factoren

  • stress
  • roken
  • alcohol
  • verzadigde vettten en transvetten
  • geraffineerde koolhydraten (suiker, witmeel)
  • kant en klare producten (pakjes, zakjes, potjes, pizza’s snack’s)
  • magnetron (de doorstraling verandert de structuren)
  • de anticonceptiepil

Cholesterol verlagen met behulp van supplementen

Omega-3-vetzuren
Vermindering van het verzadigde vet in de voeding en extra inname van meervoudig onverzadigde vetten (suppletie) verbeteren de verhouding HDL:LDL. De werkzame stoffen van omega-3-vetzuren (EPA en DHA) kunnen het ongunstige LDL-cholesterol verlagen en het gunstige HDL-cholesterol verhogen. Essentiële vetzuren kunnen de samenklontering van bloedplaatjes remmen en een hoge bloeddruk verminderen. Hierdoor vermindert het risico op een hart- en vaataandoeningen.

Vezels
De inname van voldoende (extra) oplosbare vezelstoffen is van groot belang. Oplosbare vezels kapselen cholesterol in, zodat de opname ervan in het bloed wordt bemoeilijkt. Tevens kunnen deze vezels de in de darm aanwezige cholesterol (uit voeding en gal) binden. Bovendien bieden vezels bescherming tegen darmkanker en houden ze de bloedsuikerspiegel constant. Oplosbare vezelstoffen zitten in haverzemelen, peulvruchten en psyllium husk (vlozaad).

Verbeter je leverfunctie

Voor de verwerking van cholesterol in het lichaam is de lever het centrale orgaan. Bij het bestrijden van te veel cholesterol moeten we zorgen dat de leverfunctie optimaal werkt. Door ons moderne voedingspatroon verstoren wij de functie van onze spijsverteringsorganen en belasten wij met name de lever. Daardoor ontstaan er ook allerlei tekorten, bijvoorbeeld aan vitamine A, D en E. Het herstellen van levercellen is noodzakelijk om afvalstoffen (medicamenten, luchtvervuiling, alcohol, etc.) af te breken en af te voeren met de gal. Als de functie van de lever verbetert, worden vetten beter afgebroken. Een gezonde lever heeft dus een positieve invloed op de verhouding LDL-HDL cholesterol.

Deze informatie vervangt niet het advies van arts en/of therapeut. Deze informatie is uitsluitend voor educatieve doeleinden.

Bron: http://www.vanderpigge.nl/